:



Homilie van Mgr. Johan Bonny, bisschop van Antwerpen bij de priesterwijding van Michel Brasseur. Kathedraal van Antwerpen, 31 januari 2010.

Beste Michel,

Priester word je niet van vandaag op morgen. Dat heb je zelf ervaren. Je hebt een hele weg afgelegd. Je bent eerst leraar geweest, omdat je houdt van jongeren en van het onderwijs. Je was leraar wiskunde. Les geven deed je graag en je zou het nog graag doen. Toch was er een ander verlangen dat bleef terugkeren: het verlangen om je als priester te geven aan Jezus, aan mensen en aan de kerkgemeenschap. Dat verlangen is de sterke draad doorheen je leven geworden. Mensen hebben je daarin bevestigd en gesteund. Ze erkenden in jou een geschikte persoon om priester te worden. Dankbaarheid is daarom het eerste woord bij een priesterwijding. Dankbaarheid aan je ouders die beiden overleden zijn, aan je familie, je vrienden en vormingsverantwoordelijken, allen die je tot hiertoe hebben gesteund en begeleid. Dankbaarheid aan God vooral, die nieuwe herders voor de kerkgemeenschap zoekt en zendt. In de eerste lezing hoorden we het al van de profeet Jeremia: "In die dagen kwam het woord van de Heer tot mij: "Voordat ik u in de moederschoot vormde, kende ik u; voordat ge geboren werd, heb Ik u mij voorbehouden, tot profeet voor de volken heb Ik u bestemd". Wat vandaag gebeurt, krijgen we van God. Jij, Michel, hebt je roeping van Hem ontvangen. Wij, de kerkgemeenschap van het bisdom Antwerpen, ontvangen van Hem een nieuwe priester.

Michel, je wordt priester gewijd om ‘herder’ te zijn, een ‘goede herder’, naar het voorbeeld van Jezus. Door de priesterwijding word je verbonden met de christelijke gemeenschap zoals een herder met zijn kudde. De christelijke gemeenschap is voortaan je huis, je leven en je werk. Een herder houdt de gemeenschap bij elkaar; hij haalt mensen uit de eenzaamheid, helpt spanningen overbruggen en maakt samenwerking mogelijk. Hij leidt de gemeenschap naar bronnen van helder water: het evangelie, het gebed, de sacramenten. Hij heeft een bijzondere aandacht voor de zwakke leden van de gemeenschap: mensen die ziek of eenzaam zijn, mislukt of verbitterd. Hij blijft trouw en geduldig, ook bij slecht weer, wanneer mensen afhaken of wegblijven. De gemeenschap die je wordt toevertrouwd, is niet van jou. De herder is niet de eigenaar van de kudde. De christelijke gemeenschap is van God: Hij heeft haar verzameld en leidt haar naar Hem toe. Beste Michel, vandaag ontvang je de Geest met zijn heiligende kracht om een toegewijde herder te zijn, midden het volk van God.

Is een priester een supermens? Neen. Hij is een gewone mens van deze tijd. Hij is een zoekende gelovige, die het evangelie ernstig neemt en het ook wil verkondigen. Hij heeft gaven en gebreken, net als ieder mens. Toen mensen Jezus hoorden spreken in de synagoge van zijn dorp zegden ze tot elkaar: "Is dat dan niet de zoon van Jozef?" Voor menselijke ogen was Jezus inderdaad niet meer dan hun buurjongen, de zoon van Jozef. Jezus moest ervaren dat "geen profeet wordt aanvaard in zijn eigen vaderstad", zoals hij zelf zegde. Beste Michel, ook jij zal priester zijn als een gewone mens. Je zal veel vriendschap en steun ontvangen. Mensen zullen blij zijn wanneer je hen als priester nabij bent langs de paden van het leven, soms langs de bochten van het leven. Hoe dichter bij de mensen, hoe meer je de kracht van het evangelie zal mogen ervaren. Wees echter niet verrast wanneer je ook onverschilligheid of tegenstand zal ontmoeten. De boodschap van het evangelie is geen goedkoop product. Het evangelie gaat ook over solidariteit en barmhartigheid, over trouw en vergeving, over offer en toewijding. Als priester sta je voor heel het evangelie: zowel voor de gemakkelijke als voor de moeilijke bladzijden ervan. Verdun het evangelie niet. Wees niet bang. Wat de Heer zegde tot Jeremia zegt hij ook tot jou: “Ik ben bij u om u te redden”.

Wat maakt een priester nog tot een "goede herder"? In de tweede lezing van deze vierde zondag door het jaar horen we de apostel Paulus aan het woord. Doorheen lukken en mislukken heeft Paulus het belangrijkste ontdekt in het leven van een apostel en van een christelijke gemeenschap: de liefde. We kennen de tekst bijna van buiten: "Al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets". Priester worden is één van de wegen om lief te hebben. Als een priester niet liefheeft, dient hij voor niets. De priester is geen ambtenaar, geen bediende. Door diepe banden van liefde is hij gebonden aan Jezus, aan de kerkgemeenschap, aan mensen die hem worden toevertrouwd. Een priester heeft geen andere roeping dan in zijn priesterschap een liefhebbende mens te worden. Mensen beleven aan de liefde hun mooiste en soms hun pijnlijkste ervaringen. Dat is ook zo voor de priester. Hij heeft Christus lief en kan daarom met Hem overhoop liggen. Hij houdt van de Kerk en lijdt daarom soms verdriet om haar. Hij houdt van zijn gemeenschap en kan daarom ook ontgoocheld zijn. Beste Michel, dat je een priester mag worden met een warm en groot hart, daarvoor bidden we vandaag het meest. Dat je liefde voor Jezus en voor de kerkgemeenschap aanstekelijk mag overkomen.

Beste Michel, ik ben gelukkig dat ik je tot priester van het bisdom Antwerpen mag wijden. Veel priesters staan in een kring om je heen en zullen je de handen opleggen: samen met hen zul je deel uitmaken van het presbyterium van ons bisdom. En vooral: je bent omgeven door een volle kathedraal gelovigen; ze zijn blij om in jou een nieuwe priester te mogen verwelkomen. Vol vertrouwen mogen wij nu voor God treden en bidden om de gaven van de heilige Geest.

+ Johan Bonny
Bisschop van Antwerpen