De Middelnederlandse Beatrijslegende, een verhaal uit de dertiende eeuw, maakt onbetwist deel uit van ons cultureel erfgoed. Met zijn zuivere ritme, knappe karaktertekening, gave compositie, levendige dialogen en sobere, maar treffende natuurbeschrijvingen, is het een literaire parel, die toehoorders tot op de dag van vandaag blijft beroeren. Beatrijs is een jonge zuster-kosteres. Hoe vroom ze ook is, toch kan ze haar jeugdvriend maar niet uit het hoofd zetten. Na lang aarzelen laat ze de sleutel van de sacristie en haar habijt achter bij het Maria-altaar en vlucht naar haar geliefde ...
Actrice Tine Ruysschaert doet haar meesterschap als pure woordkunstenares alle eer aan en brengt dit stuk opnieuw tot leven in een indrukwekkende monoloog, gebaseerd op de hertaling van de aloude tekst door Willem Wilmink. Hierbij wordt ze vergezeld door twee zangeressen, Els Wollaert en Annelies Coene, die het verhaal passend larderen met middeleeuwse liederen. Ze zingen troubadourshymnen en trouvèregezangen, antifonen van Hildegard Von Bingen en een schitterend Marialied uit de codex Las Huelgas. Op deze manier is de sfeer van zingende kloosterzusters nooit ver weg. De muziek dient echter niet enkel de tijdsgeest, maar vormt tevens een commentaar en een intensifiëring van de innerlijke roerselen van het hoofdpersonage Beatrijs.
|
|