:



Elke ochtend om 7 uur, elke middag om 12 uur en elke avond om 18 uur luiden onze kerkklokken in een eigenaardig patroon. Drie slagen - stilte. Drie slagen - stilte. Drie slagen - stilte. En vervolgens een hoger klokje dat een onbestemd aantal keren klept. Kenners noemen dit "het angelus".

Tijdens een bijbelse pelgrimage in het Heilig Land vroeg een jonge medereiziger me ooit hoe het komt dat wij in het christendom geen dagelijkse oproep tot gebed kennen. Het was de eerste maal dat ze geconfronteerd werd met de islamitische moedzin die vanaf de minaret de gelovigen vijf maal per dag tot gebed aanzet. Van het angelus had ze nog nooit gehoord. Deze middeleeuwse gebedstraditie is gestoeld op het heilige getal drie. Driemaal per dag roept de kerkklok op tot gebed met drie keer drie klokslagen die worden gevolgd door een beurtzang van evangelische citaten waartussen vervolgens een weesgegroet gebeden wordt. (Lees de volledige tekst van het angelus)

De engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt.
En ze heeft ontvangen van de heilige Geest.

Zie de dienstmaagd des Heren.
Mij geschiede naar uw woord.

En het woord is vlees geworden.
En het heeft onder ons gewoond.

Deze simpele drieledige structuur geeft op indrukwekkende manier de centrale dynamiek van de christelijke geloofsinhoud weer. De eerste beweging is van God naar de mens. Via de engel ontvangt Maria een boodschap van Godswege. Door de heilige Geest wordt Maria draagster van Gods Zoon. De tweede beweging behelst het antwoord van Maria op dit Goddelijke initiatief: "Hier ben ik. Ik ben bereid." Het samengaan van deze twee bewegingen resulteert ten slotte in een onvoorstelbare realiteit: de wereld van God en de wereld van de mens vloeien samen. Het woord wordt vlees.

In de Sint Waldetrudiskerk vind je een schilderij uit de zeventiende eeuw dat de aankondiging aan Maria prachtig in beeld brengt: de Annunciatie van Theodoor Van Loon. In de rechtse gang naast het altaar hangt het tegen de rechtse wand. Maria is het meest prominent aanwezig in het schilderij. Ze straalt vriendelijke ontvankelijkheid uit. Bij de gevleugelde engel vallen vooral de gewaden op. Het lijkt wel of de stof ervan tegen het doek geplakt is, zo tastbaar heeft de schilder ze afgebeeld. Wat ook opvalt: de engel draagt liturgische gewaden. De kunstenaar brengt geen historische gebeurtenis in beeld maar een liturgische! Hierachter schuilt een belangrijke geloofsboodschap. De aankondiging van de engel aan Maria is geen eenmalig gebeuren. De annunciatie vindt door het spel van de liturgie ook vandaag plaats. Telkens als iemand het evangelie verkondigt, ontmoeten de engel en Maria elkaar. Een engel is een mens die in Godsnaam de blijde boodschap brengt. En Maria, dat zijn wij die het woord beluisteren en opnemen in ons hart.

Het angelusgebed eindigt als volgt:

Wij bidden U, o Heer,
stort uw genade in onze harten,
opdat wij,
die door de boodschap van de Engel
de menswording van Christus uw Zoon gekend hebben,
door zijn lijden en kruis gebracht worden
tot de glorie van de verrijzenis.

We bidden dit gebed niet zozeer om te gedenken wat er tweeduizend jaar geleden in Palestina gebeurd is. We bidden opdat het vandaag aan ons zou gebeuren. Dat we de boodschap van de engel zo verstaan dat we de menswording van Christus zouden kennen. Dat we de glorie van zijn verrijzenis mogen ervaren. Dat de genade van God in onze harten wordt uitgestort.

Hebt u de vorige drie zinnen niet zo goed begrepen? Niet erg. Dan bevindt u zich in goed gezelschap. Maria verstond er ook niet veel van. Maar ze stelde zich open. En ze bewaarde de woorden in haar hart.

Wat te doen als u de klokken het angelus hoort slaan?
Stop even met uw bezigheden.
Bid die stukken van het angelusgebed die in uw geheugen geprent zijn.
Vraag u af waar in uw leven "Het woord vlees is geworden."


Het Angelus (Jean-François Millet)